24 uur in Andalusië
Spanjaarden zijn het meest achterlijke volk op aarde en die hoge werkloosheid is geen wonder. Dingen zo inefficiënt mogelijk doen is de nationale sport, maar dat zorgt er weer voor dat niemand werkt heeft en iedereen dus tijd heeft om te voetballen waardoor het lijkt alsof voetbal de nationale sport is.
Nu had ik vorig jaar ervaren hoe kut het Iberische schiereiland was toen ik Barcelona bezocht, maar ik had destijds ook al een retour naar Málaga geboekt onder het mom van ‘vriendenweekend’, wat in dit geval vrij te vertalen was als ‘lekker in groepsverband zeiken op Pedro de ober en zijn beperkte kompanen’.
Dus ik moest wel. En ik wilde zo’n anekdote ook niet m’n beeld van een land verkloten.
De reden van de trip naar Andalusië kwam weer van die vriend uit Stockholm, die in het ook eerder benoemde Monda een training moest geven aan het middle management van één of andere multinational, waardoor het een logische vraag was aan zijn allerbeste vrienden, en ik, om nog even een weekend langs te komen.
Aldus geschiedde.
De vlucht van Amsterdam (AMS) naar Málaga (AGP) duurt een kleine drie uur en dat lijkt niet zo veel maar is het wel, want Transavia bespaart op beenruimte, entertainmentsystemen en algehele gebruikservaring. Die appel is extra zuur als je ruim daarvoor hebt lopen indulgen in de oase van kalmte die de Privium Lounge heet. Met allemaal soorten wijn, chocoladekoekjes en wifi.
Maar het mag natuurlijk geen verrassing heten dat Transavia kut is (niet zo kut als Vueling maar daarover later meer) dus ik hou even m’n bek te zeiken.
De Wilde Haren Podcast hielp me door deze moeilijke tijd.
Shoutout.
De avondvlucht landde mooi op tijd, maar omdat de handbagage wegens angst van Transaviapersoneel voor volle overhead lockers moest worden ingecheckt, werden we onnodig lang bij een bagageband die langzaam koffertjes naar binnen druppelde opgehouden. Na zeker een half uur wachten, mede mogelijk gemaakt door het eten van een Twix, verscheen mijn meest prachtige Rimowaatje en konden we onze weg vervolgen. Met natuurlijk een fijne luxe auto want auto’s huren is goedkoop in Spanje en daarom moet je dus net zo lang upgraden tot je op je budget zit.
De trip richting onze Airbnb ging voorspoedig want het vliegveld ligt dichtbij het centrum, maar het kruispunt waar ze vorig jaar mee aan het knutselen waren, was nog steeds een stof-, pionnen-, en extra wegbelijningchaos.
Kan gebeuren. In Amsterdam weten ze ook niet echt zo goed hoe lang zo’n Noord-Zuidlijn gaat duren.
De auto werd geparkeerd en de zenuwslopende halve finale van Ajax, uit bij Lyon, werd geconsumeerd met een pizza pollo op schoot. Typisch Spaans natuurlijk. Met Rioja. Want dat klinkt Spaans. En Ted reageerde niet toen ik ‘m appte welke wijn ik moest drinken.
Málaga heeft een bruisend uitgaanscentrum. En met bruisend bedoel ik vol met opdringerige mannen die je visitekaartjes geven van clubs.
Here, you throw this away
In Bassie en Adriaanvideo’s waren Spanjaarden zonder uitzondering slank en droegen ze een korte mouwen overhemd en een pantalon. Nu heeft iedereen een baard en is buffed. En doen Zara en Bershka en Desigual goede zaken in de strakkebroekenbusiness.
Vrouwen hebben zonder uitzondering een witte broek aan. Ik weet niet precies waarom, maar dat moeten ze natuurlijk lekker zelf weten.
Het uitgaan krijgt een 5/7 vanwege de lage prijzen en het feit dat je de vieze lispelende Spaanse spraak niet hoeft te ervaren als Daddy Yankee door de speakers brult en je dus even vergeet dat je misofonie hebt.
Tot je reisgenoten je uit je slaap snurken.
De volgende dag werd de trip vroeg vervolgd naar Ronda, waar je samen met allerlei selfiesticks een knetterhoge brug tussen twee dorpjes op kliffen kunt zien, maar waar mijn drone dienst weigerde in verband met geen idee dus ik was chagrijnig. Dat duurde trouwens niet lang want bij restaurant Tragatá at ik het lekkerste broodje gefrituurde inktvis ooit. En overigens ook m’n eerste. De McFlurry M&M’s bij de plaatselijke Mickey D’s zorgde voor supercompensatie van m’n humeur.
En vrolijk dj’de ik er op los tijdens de rit naar Sevilla, de stad van Starbucks en paardenkak.
Intussen was het enorm gaan regenen en met een gemiddelde van 6 regendagen in de maand mei was dat bijzonder. Vooral ook omdat het de volgende dag óók regende.
Het leek ons een bijzonder goed idee om met onze 1985 millimeter brede auto door straten van 1800 millimeter te rijden tot aan ons hotel. Geen van de vier hoogopgeleide leden van ons reisgezelschap achtte dat van tevoren een bijzonder dom plan. En dus was het ogen dicht en gas geven en ontsnapten we op Tom Cruise-achtige wijze uit de nauwe straatjes van Sevilla.
De parkeergarages (kennelijk allemaal van de firma Libre, met die groene letters) in Andalusië zien er allemaal hetzelfde uit: er werkt een mens (lol) waarbij je kunt betalen en er staat een stuiterballenautomaat. Want wat is parkeren zonder stuiteren?
Precies.
De keuken van Sevilla onderscheidt zich niet van de rest van Spanje. Een mandje met daarin een zakje met mini soepstengels en een pistoletje met bestek bereiden je voor op allerlei verschillende bordjes met daarop een keur aan varkenbereidingen. Gelukkig komt ook hier de wijn uit de buurt en slobbert dat lekker weg.
Het hotel om de hoek leek modern, zonder sleutels maar met codes om deuren te openen, maar de volgende ochtend moesten we voor de administratie nog even inchecken. Bij het verlaten van het gebouw inderdaad. De in/uitcheckmevrouw waarschuwde ons nog wel voor onze volgende bestemming Cadiz. Het zou daar akelig hard waaien. Werd een keer of dertig gezegd.
Ja, ja, ja, is goed. We kijken wel even.
Intussen ging het opvallen dat Spanje niet zoveel houdt van snelwegen want waarom zou je ergens snel willen zijn? En de volgende regenbui deed een poging ons humeur te verpesten, maar ik had ook al vermeld dat ik een tering goede autodj ben. Met een voorkeur voor Hip-Hop uit de jaren ’00.
Shoutout naar Fabolous.
Volledig vrolijk en opgelaten kwamen we aan in Cadiz, dat op een fliebeltje aan de Atlantische kust ligt en (daarom) een oude vestingstad is. Omdat het helemaal volledig windstil was (fuck you in/uitcheckmevrouw) besloot ik mijn drone op te laten, maar de hedendaagse regelgeving zorgde er voor dat het ding onbestuurbaar is op plekken waar je niet mag vliegen. Betutteling ja, maar ik hoef dan ook niet per se reddingshelikopters uit de lucht te dronen.
Op het terras in Cadiz vroeg ober Pedro of we met vier of drie waren (hij kon kennelijk niet tellen) en mijn beteuterde opmerking over de wat kleine vis op mijn bord probeerde hij te pareren met de vermelding dat het een tweepersoonsvis was. De waterpijp moesten we even apart afrekenen maar wel cash want het was een andere eigenaar.
En hoewel de sinaasappels rijkelijk aan de bomen groeiden, konden we ons nog net beheersen en maakten we van het kortemouwenbassieenadriaanoverhemd van Pedro geen kortemouwenbassieenadriaanoverhemd met jus d’orange.
Nee, dan maar weer verder. De weg van Cadiz naar Malaga voert langs Gibraltar maar vanwege het sneue feit dat Groot-Brittanië deze apenrots om ‘strategische redenen’ wil behouden passeerden we deze grap van een land slechts middelvingerend naar dat soon-to-be ex-EU-land.
Doeiiii.
Intussen probeerde ik online in te checken (shoutout naar EU databundels van T-Mobile) bij Vueling. Dat leek goed te gaan, totdat ik een stoel moest kiezen. Dat wilde ik niet, want I don’t care maar de optie ‘willekeurige stoel’ was niet meer mogelijk. Wel kon ik de allerkutste stoel achterin het vliegtuig kiezen voor een paar euro. Maar dat kon dan weer niet random.
Zonder hier al te veel op in te gaan wil ik alvast vermelden dat ik nooit meer met Vueling vlieg, hoop dat ze failliet gaan en dat de product manager die dit bedacht heeft chronische bronchitis krijgt. En een buurman met een trompet.
Onderweg gingen we nog wel even een lunch (en croissants to go) scoren bij Castillo de Monda. Want in deze oase van rust en schoonheid was de bediening attent, zorgzaam, behulpzaam en efficiënt. Het eten was heerlijk en de koffie ook.
D’r waren dan ook alleen maar Nederlanders aan het werk en dat kon geen toeval zijn.
Laten we daarom maar afsluiten met de meeste sneue quote ooit: het mooiste van Andalusië is de vlucht terug naar huis.
Behalve als je met Veuling vliegt dan.