Een balkantrip
Dit is een reisverslag naar de Balkan met mijn op één na beste vriend.
Van alle landen in de Balkan had ik er nog precies nul bezocht, dus dat was een goede reden om er eens een tripje naar toe te maken. Mijn op één na beste vriend Peter moest toevallig ook die kant op (hij organiseert er wintersportreizen) om wat mensen te ontmoeten, dus dat was een goede subreden van het bezoek.
Helaas begon de reis in alle vroegte omdat er was gekozen voor een vlucht bij low-cost airline Wizzair vanaf het vliegveld-in-een-weiland Eindhoven. Uiteraard is een low-cost airline altijd een belachelijke keuze (lees vooral in m’n boek waarom), maar omdat er een documentaire over goedkope vliegtickets in het verschiet lag, was deze emotioneel zware ervaring noodzakelijk. De beelden die werden geschoten (bijvoorbeeld in het slachthuisachtige hekkenbouwwerk voor het boarden) zullen de redenen om niet te vliegen met low-cost airlines zeker ondersteunen.
Over de vlucht van Eindhoven naar Skopje (Macedonië) wil ik het dan ook niet teveel hebben. Niet in de laatste plaats omdat ik naast een ruftende en boerende vrouw zat.
In Macedonië stond een Fiat Grande Punto op ons te wachten. Verhuurmaatschappij Hertz was de enige bij wie het oversteken van een grens geen extra kosten met zich meebracht en natuurlijk werden er 2000 punten gescoord bij het frequent flyerprogramma van Singapore Airlines, Krisflyer, door hun samenwerking met Hertz.
Skopje is trouwens een stad waar lustig is gestrooid met standbeelden. Elke koekwaus en zijn moeder heeft er één. De grootste beelden zijn trouwens, what’s in a name?, van Alexander de Grote, want Macedonië houdt ervan om buurland Griekenland (met de gelijknamige provincie Macedonië) te fucken. Macedonië vindt Alexander de Grote een Macedoniër en Griekenland vindt ‘m een Griek. Mij is het om het even. Het zorgt in ieder geval voor flink was bronzen beelden. En naast die beelden is er verder in Skopje niet zoveel te doen. Ja, ook dit land kent z’n eigen deeg met kaasgerecht en er is naast een kabbelend beekje een reeks van oude Griekse gebouwen neergepleurd, maar zo werken een culinaire traditie het creëren van een antieke stad natuurlijk niet. Daarom direct maar naar Griekenland.
De kredietcrisis zit nog vers in ons geheugen en hoewel we er net als alle Nederlanders geen zak van af weten, is het natuurlijk wel mooi om van alles in Griekenland te zeggen dat wij daarvoor betaald hebben.
Zo is bijvoorbeeld van onze centen een prima snelweg aangelegd tussen Thessaloniki en Athene. Daar kun je prima op gassen, maar als je een 0,9 liter koekblik van Italiaanse makelij hebt, dan is dat vooral theoretisch redeneren. In de praktijk kabbelt het apparaat rustig over de snelweg. Die dus door onszelf betaald is.
Ondanks de paardenkrachtmalheur arriveerden we in Athene. Een antieke stad met de Akropolis als mooi fysiek middelpunt. Vanuit zo’n beetje iedere plek van de stad is de berg met daarop wat oude gebouwtjes prima te zien. En het is dan ook met recht een indrukwekkend(e) heuvel/ruïne/bouwwerk te noemen. Die andere duizenden jaren oude dingen trouwens ook. Griekenland wint het hier met grote cijfers van het fakende Macedonië. De keuken laat te wensen over. Het is er vooral gyros. En dat is natuurlijk prima, maar je kunt er niet mee te koop lopen.
De weg wordt nog dezelfde dag vervolgd naar de volgende bezienswaardigheid: Delphi. Daar bevondt zich vroeger, bij gebrek aan Google en Wikipedia, een levensecht orakel. Dat was een oud gedrogeerd vrouwtje aan wie je belangrijke levensvragen kon stellen. Zij stond namelijk in direct contact met Zeus, de god van de weetikveel. Nouja, dat hele gebeuren werd ook omringd door tempels en pilaren. En die zijn dan verwoest, vervallen, verlaten, onder modderstromen bedolven en weer opgegraven. En ook daar waren de bezienswaardigheden indrukwekkend te noemen, ondanks alle in de weg lopende bejaarden die zonder gene een iPad Pro inclusief handig flapje als camera gebruiken en tijdens deze activiteit al helemaal de wereld om zich heen vergeten.
Aan de andere kant van de berg bevindt zich Meteora, een plek waar er maar liefst 24 kloosters op moeilijk begaanbare rotsblokken zijn gesitueerd. Een prachtig gezicht, met bijzondere rotspartijen. Die kloosters waren natuurlijk niet serieus te nemen. De monniken hielden er als monnik verklede vrouwen op na wat alweer het zoveelste bewijs is dat het celibaat alleen maar voor problemen zorgt. Nouja, gelukkig staan die kloosters er nog en was het afwisselend bewolkt en zonnig (Gerrit Hiemstra zou het ‘van tijd tot tijd zonnig’ noemen). Gaf ons weer de mogelijkheid wat likes te scoren op Instagram.
De (met onze centen betaalde) weg werd vervolgd naar het volgende land: Albanië. Een streek waar je zo nu en dan wat van hoort of (in films met Kalashnikovs) wat van ziet. En inderdaad: iedereen heeft een Mercedes en er lopen geiten en ezels over de weg, maar er is op de meeste plaatsen gewoon 3G en de stranden zijn prachtig. Het eerste strand Ksamil moest trouwens wel per trekschuit bereikt worden, maar dat overtochtje was charmant. Ksamil trouwens niet. Het was voor twee reizende stedebouwkundigen nogal een bijeengeraapt planologisch zooitje. En de aanwezigheid van Corfu op een steenworp afstand zorgde voor (voor Albanië) hoge prijzen. Genoeg reden om verder te trekken.
Via allerlei plaatsen met de nodige trema’s op de klinkers werd koers gezet naar het noorden. Eerst langs de kust, wat voor prachtige uitzichten zorgde, en later landinwaarts, naar de hoofdstad van Albanië. Ik zal eerlijk bekennen dat ik zou verwachten in een grauwe oostblokkerige bedoening terecht te komen maar het tegendeel was waar: de stad bruist van de energie en jonge actieve mensen met zelfs hier en daar een lach op hun gezicht. Zij wel. En er werd een achtgangendiner inclusief drie glazen wijn gescoord voor €19. Thuisblijven is duurder.
Na Tirana was alweer het vierde land aan de beurt: Montenegro. Dit land, dat haar naam kreeg van de Venetianen (Montenegrijnen noemen het zelf Црна Гора wat precies hetzelfde betekent), is klein maar fijn: je kunt er op het lange stand van Ulcinj prima kitesurfen (in theorie dan, moet je wel even leren) terwijl je even verderop in de buurt van Plav (te bereiken via Albanië) prima kunt skiën (ook in theorie). Beide plekken werden dan ook bezocht. Terwijl er ’s ochtends in factor 30 werd gekeken naar hoe onze lokale vriend op een surfboard gemakkelijk wegkitete, werd die middag een extra trui aangetrokken onder het genot van een bord ćevapi met room naar een vrij saaie voetbalwedstrijd gekeken. De omgeving was verder vrij saai, maar het was dan ook geen winter. Dus dan maar weer de grens over.
Aan de andere kant van de grens ligt Kosovo. Een land dat al een jaar of tien onafhankelijk is van Servië, maar ook even zo lang niet door datzelfde land als onafhankelijk wordt erkend. Dus met die logica tikte ik tegelijk land 5 en 6 af in deze trip (reizen is immers een wedstrijd). In Kosovo treffen we vooral jonge mensen op straat die, naar het zich laat aanzien, er zin in hebben. In het leven dan. Ze zijn blij, vrolijk, vriendelijk en actief. Zo ook onze lokale vriend, die als natuurbeheerder werkt en zich sterk maakt voor de Balkanlynx en er op stond dit linkje met jullie te delen, toen hem werd ingefluisterd dat ik een fantastisch geweldige toonaangevende blogger met honderdduizenden lezers ben in Nederland. Vooruit dan maar.
Ook vertelde hij de fun fact dat zowel walvissen en haaien beschermd zijn in Kosovo en dat dat op zichzelf niet per se een bijzonder feitje is, maar wel als je bedenkt dat Kosovo geen kust en zee heeft en de wet 1 op 1 is gekopieerd van Albanië. Luie donders.
Diezelfde dag was het alweer tijd om ‘m terug te peren naar Skopje, dat door een 2000+ kilometer lange rondreis nu weer dichterbij was gekomen. De weg van Pejë in Kosovo, onderlangs bij hoofdstad Pristina naar Skopje International Airport voert over een net aangelegde prima weg. Aan de andere kant deed een konvooi met militaire voertuigen van de VN er ons aan herinneren dat het in de regio misschien nog niet helemaal koek en zopie is, maar goed, wie zich nergens op kan verheugen heeft natuurlijk ook een kutleven.
De snelle trip door 5 of 6 landen in de regio (check de route op Google Maps hier) gaf mij een prima eerste indruk (en mijn op één na beste vriend Peter vooral bevestiging van eerdere indrukken) en doet me verheugen (ha) op een komende trip er naartoe. Misschien een kitesurfweekje in Ulcinj, misschien een wildsafari in Kosovo maar zeker een wintersportweekje, georganiseerd door die op één na beste vriend.
Ga je mee?