60 uur in Doha
Om mijn boek af te schrijven, ging ik naar Kaapstad maar de vliegtuiggoden dwongen mij tot krap drie dagen in Qatar.
Na een winter afwezigheid vond ik het weer noodzakelijk om naar Kaapstad te gaan. Dat had ik betrekkelijk laat besloten, dus werd het vinden van vliegtickets een puzzel. En omdat ik bij voorkeur mijn tickets betaal met punten en niet met geld was ik overgeleverd aan de grillen van loyaliteitsprogramma’s.
De snelste optie is vanuit Amsterdam met de KLM vliegen want die vlucht is rechtstreeks én nonstop. Flying Blue werkte helaas niet mee op deze route omdat er geen tickets meer te boeken waren voor een normale (punten)prijs. Qatar Airways gelukkig wel maar dan moest het via Doha in Qatar en er zat nogál een hiaat tussen de vlucht naar Doha en de vlucht vanuit Doha. 72 uur om niet precies te zijn want het was ongeveer 60 uur. Het was de enige optie om in Kaapstad te komen dus moest ik genoegen nemen met een bezoekje aan Doha.
Ik was vier jaar geleden, midden in de zomer, al eens in Doha geweest toen ik vanuit Parijs via Tel Aviv en Amman langs Doha naar Colombo moest omdat ik daarna via Kuala Lumpur naar Singapore en Hong Kong ging, maar dat was kort en in slaapbehoevende toestand. Meer dan een paar schoolslagen in het zeewater op badwatertemperatuur heb ik er niet gedaan.
Dus nu maar opnieuw.
De vlucht naar Doha werd uitgevoerd in wat sommige mensen een ‘gore ouwe bak’ noemen omdat het de meest gedateerde business class van Qatar Airways betreft (met een 2-2-2 opstelling zodat je, God verhoede, zelfs naast een vreemde terecht kan komen), maar ik zat naast een man op leeftijd die voor het eerst business class vloog en ik vond het helemaal geweldig omdat hij het zo geweldig vond. Hij kwam er bij het inchecken achter dat zijn schoonzoon—die piloot is bij de airline en zijn ticket had geregeld—een plekje aan de juiste kant van het gordijntje (dus vóór het gewone volk) had geregeld.
Hij nam het (de wijn) ervan en verzekerde mij dat hij het broodje gebakken ei in z’n tas er niet uit ging halen omdat het immers in business class bij Qatar Airways gebruikelijk is dat je kunt eten wanneer je wil en wat je wil (en zoveel als de voorraad aan boord toelaat).
Ik hou van dagvluchten omdat de uitzicht van 10 kilometer hoogte de grootste value for money aan boord van iedere vlucht is (behalve op Ryanairvluchten waar ik weiger te betalen voor raamstoelen), maar ik was zo stom geweest om van tevoren niet goed de seat map te bekijken dus zat ik op de vleugel achter zo’n lompe 777-motor. Een maand later zou ik mezelf een plek toebedelen zonder überhaupt een raam maar daar hoor je later wel weer over.
Al met al een prima vluchtje naar Doha voor 43.000 Avios en zo’n €100 aan toeslagen.
De reden van het Kaapstadtripje was overigens het vinden van een plek om mijn boek over autonomie nu, eindelijk, echt, echt echt echt, af te schrijven. Daarvoor zocht ik een plek die als thuis voelde, met gunstige randvoorwaarden zoals voldoende zonlicht, een aangename temperatuur, gemakkelijk beschikbaar voedzaam voedsel, smaakvolle koffie en voldoende mogelijkheden tot fysieke inspanning. Niet te duur natuurlijk. Ik ben nog steeds niet rijk. Ja, dan kom je maar op één plek uit eigenlijk.
Tot ik me kon richten op het opzetten van een schrijfkamp van een weekje, kreeg ik dus twee en een halve dag (drie nachten) in Doha in de schoot geworpen. Daar kon ik, besloot ik, alvast gaan beginnen met de schrijverij. Twee Hiltons gefixt voor ~€60 per nacht (inclusief gratis ontbijt, upgrade naar suite en per nacht ~€15 aan punten gespaard). Ik zeg het er maar bij omdat ik mijn imago als travel hacker (lees: vakantievrek) wil behouden.
Van Doha wist ik dus niet zo veel maar mijn vooroordelen en bekrompen voorstellingsvermogen dacht dat het een soort Dubai van AliExpress was. Dat bleek ook zo te zijn: een alleraardigst centrumpje met flink wat wolkenkrabbers, megalomane winkelcentra voor de nodige wandelingen in de airconditioning, smetteloos geklede mensen ín die winkelcentra, ethnic food uit ieder Midden-Oosters en zuidelijk Aziatisch land en allemaal auto’s waarvan ik denk dat ze duur zijn. En verder veel stoffige parkeerplaatsen en smakeloze hotels.
Het plan was om te gaan schrijven volgens een strak stramien, geïnspireerd op het luie leven van Benjamin Franklin. Met terugwerkende kracht denk ik dat hij ervan baalt dat er 146 jaar tussen zijn dood en de uitvinding van de lamineermachine zat want zijn dagschema zou prachtig aan beide zijden van een dun laagje plastic kunnen worden voorzien en in zo'n lullig houden staandertje passen.
Honderd procent was hij ook een autist, want wie maakt er nou zo’n dagprogramma? Nou, ik dus, want ik maakte er deze versie van:
Een schrijftripje plannen en dan maar vijf uur per dag werken? Ben ik een Scandinaviër ofzo? Een door Sander Schimmelpenninck vervloekte Nederlandse deeltijdvrouw? Nee, maar we moeten niet vergeten dat niemand écht acht uur op een dag kan/gaat/wil werken en we ook, anno nu, best de staat van technologie mogen vieren met het inkorten van ons zwoegende leven en zo tijd vrij mogen maken voor wandelingen in airconditioning, smakelijke lunches en kleine gymsessies in steeds beter geëquipeerde hotelgyms.
Het schema gaf me dus genoeg ruimte om na het ontwaken de hotelgym te vullen met wat oerkreten, daarna het ontbijtbuffet te plunderen en daar omheen het ook nog eens rustig aan te doen. En tijdens de lunch die wandeling in zo’n koel winkelcentrum te maken en Pakistaans te eten. Na de tweede schrijfsessie in de avond nog even Jemenitisch dineren en dan in 21 graden slenterend terug naar het hotel lopen en na een typisch avondritueel de klamme lappen in te duiken. En de volgende dag? Exact hetzelfde tafereel.
Het schrijven ging tussendoor eigenlijk best goed maar ik raakte natuurlijk direct achter op schema. Achteraf was dat niet zo erg want het manuscript is inmiddels af, maar dat wist ik toen nog niet. Vergeet het daarom maar even.
De korte stop in Doha was productief, ontspannend én op culinair en temperatuurregulatiegebied uitermate geslaagd. Maar het blijft een mindere versie van Dubai, hoewel ze inwisselbaar zijn als in de ene stad de hotelprijzen veel lager zijn dan de andere.
Vol goede moed stapte ik op het vliegtuig naar Kaapstad, waar ik mijn boek over autonomie nu, eindelijk, echt, echt echt echt, af te schrijven. Of dat is gelukt, zijn we inmiddels dus vergeten en lezen we in de volgende aflevering!