Frans
Wat Jean-Paul Sartre over authenticiteit te melden had, was heel erg mooi.
Jean-Paul Sartre was een man met een mooie zijscheiding en hij rookte pijp. Op sommige foto’s staat hij met een mooi rond brilmontuur en op Wikipedia kun je lezen dat deze man drie centimeter meer dan anderhalve meter lang was. Maar naast het feit dat menigeen zou kunnen oordelen dat die combinatie van uiterlijk en gedrag ervoor zorgden dat Sartre een mooie kerel was, had hij ook nog wat constructiefs in de melk te brokkelen. Sartre vond bijvoorbeeld vanalles en nogwat over authenticiteit. Daar zal ik je nu nog niet mee vermoeien, maar ik wil wel graag twee opvattingen over authenticiteit als beginpunt nemen van dit boek. En dan komen we later wel op de definitie van authenticiteit en een bescheiden inhoudelijke analyse van de opvattingen van dit Franse filosoofje.
Sartre was van mening dat je mensen niet kon leren authentiek te zijn. Want, zo redeneerde hij, juist als je gaat laten zien (of vertellen of beschrijven) hoe je authentiek moet zijn, zullen degenen die deze raadgevingen opvolgen niet meer authentiek zijn. Het is daarom beter om te vertellen wanneer iemand níet authentiek is, zodat de lezer of toehoorder vervolgens zelf kan oordelen over de authenticiteit van zichzelf en anderen. Om vervolgens zelf authentiek te gaan proberen te handelen. Deze paradox is wat mij betreft prima te kopiëren naar het fenomeen autonomie, dat ik ook nog niet inhoudelijk wil bespreken omdat het nu nog niet relevant is (hoewel de introductie van een boek toch zo’n mooie plek lijkt voor een inhoudelijke beschouwing, maar er zijn hierna nog genoeg pagina’s).
Het is onmogelijk om aan anderen voor te doen hoe je autonoom moet denken, handelen of zijn. Het hoogst haalbare is laten zien wanneer iemands individuele autonomie wordt bedreigd of zelfs afwezig is. Maar binnen déze paradox zit weer een nieuwe paradox verscholen: het hoogst haalbare is namelijk altijd onmogelijk. Deze cognitieve stoornis (perfectionisme) zul je later in dit boek nog gaan tegenkomen, maar voor nu is het misschien alvast verstandig om een afbeelding van Buzz Aldrin of Joop Zoetemelk te googelen en te bellen met de lokale tattoo-boer. Dan kun je, zodra je na latere hoofdstukken overtuigd bent van suboptimalisme, direct een portret van één van deze nummers twee op je dijbeen laten zetten. Hoewel je met het laten zetten van een tatoeage misschien wel je autonomie aantast, maar het besluit om een tattoo te nemen paradoxaal genoeg wel kan worden uitgelegd als autonoom handelen.
Terug naar waar het hier om gaat: autonomie laat zich niet voorschrijven. Daarom zul je in dit boek dan ook vooral voorbeelden zien van niet-, nauwelijks- of nooit-autonoom handelen of denken. En dan kun je zelf de conclusie trekken wat autonomie voor jou betekent. En óf het überhaupt wat voor je betekent. En om maar in paradoxen te blijven rondfietsen: vergeet dit advies (en dit advies ook). Want Sartre vond nog iets over authenticiteit. Namelijk dat het zoeken (of streven) naar authenticiteit omwille van authenticiteit ervoor zorgt dat je niet meer authentiek bent. En ook deze overtuiging is prima te kopiëren naar autonomie (ook omdat authenticiteit vrij veel te maken heeft met autonomie, maar dat lezen we verderop in het boek) omdat je pas autonoom kunt denken, handelen of zijn wanneer je weet ten opzichte waarvan je autonoom wilt denken, handelen of zijn. Autonomie is dus op zichzelf helemaal geen na te streven status en heeft zonder context ook helemaal geen waarde. Wat dat betreft heeft autonomie wel wat te maken met gezond eten. Je kunt namelijk pas gezond eten als je je complete voedingspatroon over langere tijd kent en het gedrag er omheen even goed in beschouwing neemt. Dat lijkt vrijwel onmogelijk en ik wil alvast stellen dat dat ook onmogelijk ís. Daarom zou ik de simpele boodschap slechts ‘denk eens aan autonomie’ willen laten zijn, zodat je dan zelf kunt oordelen wat je er aan kunt hebben. Maar ook dit is nog teveel een dwingende boodschap, dus kan ik slechts besluiten met mededelen dat dit boek gaat over wanneer autonomie soms in het gedrang komt en dit wellicht voor individuele moeilijkheden zorgt. Lees het en denk er over na. Of niet.
Kijk maar even.
En ik weet trouwens helemaal niet zeker of Sartre de bovenstaande voorbeelden allemaal zo letterlijk heeft gezegd, maar dat boeit ook helemaal niet voor dit boek.