If it fits your smaakpapillen
Het is onzinnig om alleen maar dingen te eten omdat de macronutriënten precies passen in je afgemeten dieet, omdat eten meer is dan voedingswaarde.
Ik zie graag dat recepten die claimen healthy, skinny, gezond of mager zijn, ook tonen wáárom dat zo is. Dus dat er even de voedingswaarde bij wordt vermeld of dat het recept wordt vergelijken met een variant van een recept dat anders (of minder healthy, skinny, gezond of mager) is (zoals de skinny latte bij Starbucks dus minder vet bevat dan een gewone latte).
Zonder die uitleg is zo’n label namelijk helemaal niets waard.
Mijn missie voor 2015: ervoor zorgen dat iedereen ’een gezond recept’ een belachelijke claim vindt.
Überhaupt is het onzinnig om losse producten te bestempelen als gezond of goed. Daarom is die hele superfoodshype ook zo onzinnig. Pas wanneer je spreekt over een eetpatroon (dus wat je over een langere periode in je gezicht drukt) zou je eventueel kunnen aangeven of dat goed voor je is. Of niet. En pas dán komt heel voorzichtig de term gezond om de hoek kijken.
Maar er is meer dan voedingswaarde. If It Fits Your Macros (een dieet met als enige beperking dat het totaal der macronutriënten binnen een vooraf gesteld doel past) is daarom ook heel kort door de bocht, of gewoon juist stom. Eten is niet alleen een verzameling van macronutriënten (eiwitten, koolhydraten en vetten), maar (juist) ook: smaak, textuur, ambiance, bereiding, cultuur, creativiteit en samenzijn. En dan slaan we de niet onoverbodige micronutriënten maar even over.
Daarom vind ik maaltijdvervangers in poedervorm nog steeds een oplossing voor problemen die niet bestaan. Al je voeding beperken tot een poedertje opgelost in water lijkt me slechts in zeer spaarzame gevallen verstandig. Goed product. Maar voor een zeer select gezelschap.
Ik werd nog eens gewezen op de diversiteit van opvattingen over eten in Vietnam, waar ik op dit moment verblijf met een zooitje foodbloggers om onder andere een pangafiletkwekerij te bezoeken.
Terwijl ik vooral met m’n caloriebrilletje kijk naar wat er op m’n bord ligt (onder andere slak, eend, vis en soep met vrij veel stukken varken er in), kijken m’n mede-bloggers op een andere manier naar hun bord. Naar smaak (vooral), herkomst, ingrediënten en reproduceerbaarheid. En natuurlijk of het een beetje truttig op een bordje met bloemetjes ligt.
Zo kan het dus óók!
En het mooiste is wanneer je die manieren om naar voedsel te kijken kunt combineren. Dus dat hetgeen je in de mond stopt voldoet aan een aantal voorwaarden. Niet alleen een passende voedingswaarde, maar ook een fijne smaak en een gemakkelijke bereidingswijze bijvoorbeeld. En als het dan ook nog eens goedkoop is… en van de boer om de hoek komt… en een goede foto oplevert...
Goede gerechten zijn dus gerechten die aan een veelvoud van bovenstaande vereisten voldoen, maar alleen als je dat belangrijk vindt.
Als we met z’n alleen niet zo zouden hameren op die macronutriënten en calorietjes dan zag de wereld er heel anders uit.
Ja, dan was iedereen nog veel dikker dan nu.
Huh? Ja.
Calorieën worden zo belangrijk gemaakt omdat ze zo essentieel zijn bij gewichtsverlies. Maar alléén als je gewichtsverlies (of -toename of -stabiliteit) en de daarbij behorende effecten belangrijk vindt. Anders niet. In alle andere gevallen kun je gerust het lekkerste, dichtstbijzijndste, goedkoopste, gemakkelijkste, mooiste of gezelligste gerecht kiezen.
Conclusie: niet te vreten voedsel wat past binnen je caloriebudget is net zo debiel als je volvreten aan lekkers.
Als je maar wel onthoudt dat het mijden van toegevoegde suikers in geen enkel geval belangrijk is.