Meetbare kasten

Er is een simpele formule voor het meten van je knapheid. Daar gebruik je de gulden snede voor.

Meetbare kasten

Er is nogal wat gedoe over fitnessdoelen. Waar ik het prima vind om kast te willen worden, vinden andere mensen dat weer een te plat doel. Ook al hebben ze nog niet gelezen wat ik erover te vertellen heb. Die mensen willen dan liever fit worden, wat het ook mag betekenen. Maar volgens mij gaan die twee dingen hand in hand. Fitte mensen zijn kast en vice versa. En omdat fitheid slechter te meten is dan kast, kun je dus mijns inziens beter kast worden.

Je mag trouwens ook best überhaupt geen doel hebben. Gezegend is de persoon die traint omdat hij trainen leuk vindt, iemand die naar de gym gaat voor z'n plezier en de neveneffecten op de koop toe accepteert. Ofzo.

Dan is er ook een groep die het het slechtst voor elkaar heeft en een stoplichtrelatie met de gym heeft. Die mensen willen graag hier er wat af en hier mag wel wat bij. Dat werkt alleen met plastische chirurgie, een optie waar overigens vaak, volgens mij in wanhoop, voor gekozen wordt.

Plaatselijk vet verliezen is onmogelijk. Een dikkere kont maar een plattere buik is zeer moeilijk te bereiken. Dan moet er ergens vet bij en elders vet af. Zo werkt een menselijk lichaam niet. Dat zogenaamde shapen kan alleen all-inclusive. Je shapet je hele lichaam, of je shapet helemaal niets. Vandaar ook dat kast zo'n mooi doel is.
Een bepaald lichaamsvetpercentage nastreven kán, maar er is geen enkele manier voor een doorsnee Nederlandse persoon om je vetpercentage nauwkeurig te meten (het is trouwens nogal cru dat bij letterlijk doorgesneden personen juist wél heel goed het verpercentage gemeten kan worden, maar dat terzijde).

Bio-elektrische Impedantie Analyse (BIA), zoals dat sneue weegschaaltje in je gym, geeft je weliswaar cijfers over je vetmassa en vetvrije massa, maar dat is nauwelijks betrouwbaar en ook niet secuur. Dat is alleen geinig om te ervaren. En daar moet je ook niet teveel conclusies aan verbinden.

Het boeit ook helemaal geen reet wat je vetpercentage is. Dat vinden alleen mensen tussen de 18 en 22 jaar en Instagrammers interessant.

Nee, ik denk dat de enige meetbare visuele resultaten je spiegelselfie, je omtrekken en je gewicht zijn. En als je dat allemaal weet, moet je je nog afvragen of je het de investering waard vond. En dan heb ik het niet alleen over eiwitrepen, maar ook dat overdreven gedoe op sociale media.

Maar wat is dan goed? Wat zijn de beste omtrekken? Wanneer ben je tevreden en wanneer is het goed?

Dat is natuurlijk voor iedereen anders. En dat is helemaal prima, maar gelukkig is er ook nog een wiskundige formule voor het bepalen van een ideaal. En laten we die maar eens gebruiken als gymdoel.

Het is de gouden ratio of gulden snede.

Zie?

Phi. Of φ.

Dat is het enige wat je moet weten.

De letter phi (φ) wordt gebruikt voor de verhouding tussen twee objecten of eigenschappen van objecten waarbij het ene 1.618 keer groter is dan het andere.

En dat is dan simpel uitgelegd. Deze verhouding schijnt van bovenstebeste schoonheid te zijn voor het oog. Daar doen we het voor.

Het simpelste voorbeeld van het gebruik van deze ratio in de sportschool is de verhouding tussen de omtrek je middel (ongeveer ter hoogte van je navel: dat punt tussen je ribben en heupen, het smalste gedeelte) en je schouders. Deze moet dus, om bovenstebeste schoonheid uit te stralen, 1.618 zijn. Dat is een best leuk fitnessdoel.

Afhankelijk van de huidige staat van je lichaam kun je op twee manieren werken aan dit doel. Tenzij je inmiddels de meest overdreven cornetto bent die er bestaat ga ik ervan uit dat je ratio nog onder 1,618 ligt en dat je dus je schouders breder moet maken (fitnessdoel 1) en de omtrek van je middel moet verlagen (fitnessdoel 2).

Een voorbeeld

Stel, je schouders hebben een omtrek van 112 cm, dan kun je ernaar streven om de omtrek van je middel 112 / 1,618 ≈ 69 cm te laten zijn. Maar dat is nauwelijks haalbaar want daarvoor moeten je organen op andere plekken gaan liggen. Ga dus tegelijkertijd voor het vergroten van je schouderomtrek, met bijvoorbeeld 8 cm. Kom je op 120 cm schouderomtrek, dan hoeft je middel ‘nog maar’ 120 / 1,618 ≈ 74 cm te zijn.

Ga je je schouders nog breder maken… enfin, u begrijpt het principe.
Het geheim van knappe mannen is dus de ideale verhouding tussen schouders en middel. Een ratio die precies te meten is en waar ook naar te trainen is door te proberen je vetpercentage te verlagen (en daarmee de omtrek van je middel te verlagen) en je spiermassa te verhogen (en daarmee de omtrek van je schouders te verhogen).

Maar je bent nog steeds een knap elfje als je je benen nooit traint.