Groetjes uit México
In México (de stad) wonen 8 komma nogwat miljoen mensen en daarmee is het zeker niet de grootste stad ter wereld, hoewel niemand op die kringetjesverjaardag, waar jij dit zogenaamde feitje opdreunt, direct haar/zijn telefoon zal gaan pakken (ondanks hedendaagse omgangsvormen met betrekking tot telefoongebruik tijdens sociale interacties) om je ongelijk te bewijzen.
Ik beloof dat de rest van de zinnen in dit epistel korter zullen zijn.
México (de stad) is wel groter dan de gemiddelde stad trouwens. Er staan niet zo heel veel hoge gebouwen (nu nog minder door die aardbevingen) maar er wonen wel veel mensen, dus de oppervlakte van de stad is vrij groot. Zeker ook als je het stedelijke gebied meetelt (dan kom je zo rond de 21 miljoen inwoners) maar ook dán is México (de stad) niet de grootste van de wereld—maar waarom zou je ook in godsnaam stedelijke gebieden gaan zitten vergelijken met elkaar?
Nu beloof ik dat van die korte zinnen écht.
México (de stad) werd gesticht door een vrij veroveringsbelust zestiende eeuws Spaans volkje. Hernán Cortés (die man met die grappige helm en dan boze hoofd) word gezien als veroveraar (in México (het land) trouwens als eersteklas paardenlul (pun intended)) van México (het land) dat toen overigens nog helemaal geen México heette. Cortés arriveerde bij de Azteken die daar toen woonden en die schrokken zich een hoedje (geen ijzeren hoedje zoals Cortés die had trouwens) omdat ze voor mannen op paarden geen referentiekader hadden en ze ruiter ft. paard als één geheel zagen.
Lang verhaal kort: die Spanjaarden hadden geweren en ziektes en de Azteken niet, dus binnen twee jaar waren vrijwel alle Azteken dood en was Nieuw-Spanje gesticht. Klassiek voorbeeld van opeiserige Europese mogendheid. Wat overbleef waren, naar mijn korte observatie, de taal, kerken en een volk van kruisingen tussen Spanjaarden en ‘inheemsen’ dat zichzelf Mestiezen noemt (Cortés gaf het goede voorbeeld toen hij twintig Azteekse vrouwen cadeau kreeg waarvan zijn latere geliefde Malinche de bekendste was—en zij wordt heden ten dage door meer mensen gehaat dan geliefd maar ik zal niet naar haar refereren met een combinatie van een huisdier en een geslachtsdeel).
México (de stad) werd gesticht bovenop een Azteekse stad. Want dat was wel zo praktisch. In bureaucratische zin dan. Wat betreft planologie was México (de stad) een uitdaging aangezien de Azteken maar hadden bedacht dat het handig was om een stad op water te bouwen. Niet met woonbootjes, maar met perceeltjes van lelies net zo lang vol gegooid met zand tot er een prachtig akkertje ontstond om mais en bonen te verbouwen.
De veroveraars en het mixvolk wat er nu is overgebleven hebben daar in een klein half decennium niet veel aan veranderd. Tegenwoordig eten Mexicanen nog steeds maïsproducten en bonen. En hoewel de combinatie van granen en bonen zorgen voor een prima veganistisch eiwitprofiel (fitgirltip) is het hedendaagse dieet van ‘de Mexicaan’ niet om over naar huis te schrijven.
Maar ik ga dat, langs deze weg, toch doen.
De doorgewinterde reiziger kan zonder twijfel concluderen dat het Amerikaanse continent vrijwel nergens bekendstaat om haar culinaire hoogwaardigheid. Als je bijvoorbeeld googelt op ‘Costa Rican cuisine’ dan vind je alleen maar een afbeelding van een gefrituurde banaan.
Dat is in México (het land) niet anders. Net als bijvoorbeeld in Brazilië en de Verenigde Staten is ‘gefrituurd deeg met kaas’ een categorie van voedsel die vrij serieus wordt genomen en waar, hoewel het wat betreft voedingswaarde en creatieve mogelijkheden onmogelijk lijkt, lustig mee gevarieerd wordt. Zo kun je bijvoorbeeld een taco met kaas eten, of een taco met kaas, maar dan gefrituurd. Of een gefrituurde taco met kaas.
Vervang de taco gerust door ieder ander deegproduct en varieer eens met kaassoorten. Het is de culinaire uitdaging van de gemiddelde Mexicaan. De gemiddelde Mexicaan die vervolgens ook nog moet kiezen tussen een keur aan gesuikerde dranken om het deeg en kaas weg te spoelen.
Je zou kunnen concluderen dat het niet veel beter is geworden sinds de Spanjaarden voet aan wal zetten aan de Caribische kust in 1500-zoveel en de conclusie lijkt me dan ook juist. Maar eigenlijk wisten we natuurlijk ook wel dat Spanje vrij weinig bijdraagt aan deze wereld.
Het land is ondanks die Spaanse invloeden trouwens fantastisch. De talloze herinneringen aan de tijd vóór Hernán Cortés (en z’n malle fratsen) in de vormen van tempels en domme kookpotjes op drie pootjes zijn prachtig en schattig. En in de Mexicaanse keuken kun je nog best eetbare dingen vinden, hoewel dat nogal wat slaloms langs sprinkhanen, die eerder genoemde deeg met kaasfetisj en pittige cacaosaus mole (?) vergt.
Na drie bezoeken aan het land heb ik geconcludeerd dat ‘Mexicanen’ bijzonder aardig en behulpzaam zijn. Ondanks dat ze Spaans spreken.
Gelukkig hier zonder dat gore tongetje tegen hun voortanden.
Viva México (het land én de stad)!