Ik heb een plantenboek geschreven
Ik heb een boek over het verzorgen van planten geschreven precies omdat ik er geen verstand van heb.
Ik heb een boek geschreven over planten en het heet Handboek Voor Mensen die Hun Kamerplanten Altijd Dood Laten Gaan.
Ik heb helemaal geen verstand van planten. Net als dat ik geen verstand heb van krachttraining, diëten, vliegtickets en zo’n beetje alles wat ik in mijn podcast Ik Weet Het Ook Niet bespreek. Maar dat maakt niet zoveel uit.
Mijn huiskamer staat vol met planten. Nouja, niet echt vol, want er kunnen er nog flink wat bij. Maar het zijn er meer dan normaal. En ik heb ook een flink aantal Instagramvolgers. Daar kunnen er ook wel meer bij, maar ik vind het huidige volgersaantal best prima voor iemand die een betrekkelijk chagrijnige baas is, zich weinig aan upload- en interactieconventies houdt en zijn onderwerpkeuze door de jaren heen verhuisde van eiwitrijke recepten naar deadliftvideos naar vliegtuigfoto’s naar kamerplanten naar daar een combi van maar dan steeds minder regelmatig.
Mijn recente fascinatie voor kamerplanten zorgt er overigens wel voor dat veel mensen die mij volgen op Instagram denken dat ik verstand heb van het verzorgen van kamerplanten. Maar u moet weten, beste lezer, dat populariteit niet hetzelfde is als kennis. Die fout wordt, zeker de laatste jaren, en dan met name online, nogal eens gemaakt.
Dat weerhoudt me er overigens totaal niet van om in deze illusie mee te gaan. Als u graag wilt dat ik een boekje schrijf over kamerplanten en ik heb daar zelf ook wel zin in, dan gaan we dat toch gewoon doen?
Mijn strategie
In januari 2019 besloot ik het boek te gaan schrijven. Mijn eigen ervaring en volle huiskamer waren slechts een anekdote. Dus daarom ging ik op bezoek bij kamerplantenkwekers in het Westland en deed ik even vrijwilligerswerk in Botanische Tuin Zuidas. Tevens las ik de Openbare Bibliotheek Amsterdam uit. Samen zorgde dat ervoor dat Handboek Voor Mensen die Hun Kamerplanten Altijd Dood Laten Gaan er nu is.
Dit schijtlollige schrijfstijltje komt zeker terug in het boek. En bovendien is het een boek over kamerplanten dat zich bij hoge uitzondering eens niet focust op a) decoratieve interieurinspiratie met zelfgemaakte hangpotten die goed kleuren bij je muurmotiefje of b) een uiteenzetting van iedere kamerplant en z’n moeder op alfabetische volgorde.
Want I don’t care about beide.
Wat kun je dan wel gaan lezen in Handboek Voor Mensen die Hun Kamerplanten Altijd Dood Laten Gaan?
Dat is een goede vraag, lieve lezer.
Allereerst ga ik als een biologiedocent uitleggen wat voor rol en functie planten überhaupt hebben op aarde. Met deze antropocentrische benadering hoop ik je van het idee af te praten dat je een jungle wilt creëren in je huis. Een jungle, van het Sanskriet jangal, betekent zoiets als een onontgonnen wildernis. Een chaos. Dat lijkt romantisch in je huis, maar door daken en ramen en bloempotten creëer je per definitie geen wildernis, maar ben je gewoon een glastuinbouwer. Wat dat betreft is het dus goed om wat tips van De Boer te krijgen. En bovendien is Marie Kondo ook helemaal niet blij met een chaos.
Vervolgens probeer ik uit te leggen wat álle (tropische) (kamer)planten in hun leven nodig hebben. En waarom. En wanneer het misgaat.
Zodra je je plant beseft, zul je dus ook goed voor je planten kunnen zorgen. En als dat lukt, kun je nog wat lezen over graftakken (propageren), verpotten (potver), wormen en waarom cactussen lelijk zijn.
Al met al prima argumenten om toch dat boek te kopen.