Ontspullen
Een aantal jaren geleden zag ik eens bij de kassa van Blokker een houten kistje staan. Daar op stond met grote letters geschreven: ‘Things’. Precies op dat moment besloot ik dat ik geen troep meer in mijn leven wilde hebben.
Een doosje voor Things. Een doosje voor dingen. Dat is het toppunt van de consumptiemaatschappij. Dat je zoveel rotzooi koopt dat je het überhaupt geen naam meer geeft maar ‘dingen’ noemt en dáár dan weer speciaal een doosje voor gaat kopen.
Materiële obesitas is het. Rotzooi om je heen die je niet gebruikt, waar je niets aan hebt en wat in de weg staat. Alleen maar extra afstofwerk.
Als iets geen waarde geeft aan je leven dan heb je het niet nodig. Dat geldt trouwens niet alleen voor fysieke objecten, spullen, dingen zo je wilt, maar ook voor informatie, relaties en mijn favoriete onderwerp: eten. Al het overige is troep. Alles wat niet direct bijdraagt aan geluk, progressie of ieder ander hoger doel is overbodig.
Ontspullen is het meest bevrijdende wat je kunt doen. Met een kleinere koffer op vakantie gaan is fijner. En gemakkelijker. Een huis met minder rotzooi is leefbaarder. Relaties zonder bijsluiters zijn fijner.
En een slanker lijf is beweeglijker.
Spullen zijn overbodig.
Zodra je je spullen ‘spullen’ noemt weet je al genoeg: het woord zegt het al. Of, in het latijn: nomen est omen.
Zo. Weet je ook waar dat geen troep vandaan komt.