Tolerantie

Wie moet zich aanpassen? De mensen die het minst tolerant zijn.

Tolerantie
Photo by Helena Lopes / Unsplash

In een hostel in Bangkok zitten vijf mensen aan een tafel bier (Singha) te drinken. Vier ervan spreken Nederlands en eentje niet. Die spreekt alleen Spaans en Engels. Moet die persoon dan lekker de tering krijgen met z’n Spaanstalige bek? Nee, deze keer niet. De vier kunnen ook heus wel Engels en daarom is de voertaal aan tafel Engels. Het is voor de Spanjaard onmogelijk om Nederlands te spreken. In minder positieve bewoordingen zou je kunnen stellen dat deze persoon het minst tolerant van de groep is. Immers: de Spanjaard kán geen Nederlands (hoe graag hij ook zou willen) en kan dus niet meedoen aan een gesprek in het Nederlands. Maar mensen zijn doorgaans gewoon chill en behulpzaam (ook Nederlanders) dus wordt er Engels gesproken en meer bier gedronken. Het wordt een mooie avond, worden er Facebookvrienden gemaakt (dit verhaal speelt zich af in 2014) en uiteindelijk snurkt er eentje (die uit Limburg) veel te hard in een hostelstapelbed.

De volgende dag besluiten er vier van de vijf samen uit eten te gaan. Eentje (de Amsterdamse) is vegetariër maar de Limburger, de Brabander en de Spanjaard niet. Die eten soms vlees, maar het betekent niet dat ze niet niet vlees eten (lees maar even opnieuw om het te snappen). Daarom besluiten ze bij een vegetarisch restaurant te gaan eten, ook al had de Brabander het plan geopperd om bij een Thaise grillroom te gaan eten. Het werd niet de meeste stemmen gelden want dan zou de vegetariër niet meegaan. En ze wilden zo graag met z’n vieren wat gaan eten (ook omdat er drie een oogje hadden op die Amsterdamse). De minst tolerante (die absoluut geen vlees wil eten) wint het van de personen die meer tolerant zijn (en alles wel prima vinden, soms vlees of geen vlees). Het bleek uiteindelijk een alleraardigst vegetarisch restaurant te zijn met halve liters Singha en de ober kende Van Persie en Bergkamp.

De dag erop besluiten drie van de vier een wandeling te maken. Twee willen graag een trektocht door een naburig heuvellandschap doen maar de derde persoon zit in een rolstoel en wil graag over een verharde weg door een park. Kan de rolstoeler dan lekker de tyfus krijgen? Nee natuurlijk niet. Er wordt een rondje park gemaakt en om en om wordt de rolstoeler geholpen als er dan toch een onhandig drempeltje in de weg zit. De minst tolerante van de drie (iemand die absoluut niet op gravelwegen kan en wil rolstoelen) wint van de meer tolerantere mensen (die alles wel best vinden). Is ook niet erg. Mensen zijn immers doorgaans chille bazen. En in het park zagen ze een eekhoorn een stuk meloen opeten.

Dan blijven er de volgende dag twee mensen over. De twee kunnen Nederlands spreken (want die Spanjaard heeft de trein naar Chiang Mai gepakt) en in het Nederlands discussiëren ze over zwarte piet. De ene (de Vlaming) zegt dat de traditie racistisch is en de andere (de Gelderlander) vindt van niet. Wie gaat er winnen?

De Vlaming natuurlijk.

Niet omdat hij intolerant is maar omdat ‘ie gelijk heeft.

En omdat hij gelijk heeft, is ‘ie vanzelfsprekend ook intolerant.